Materialenlijst woensdagmiddag

[terug naar lesprogramma woensdagmiddag]

  • Houtskool : is een zacht tekenmateriaal, gemaakt van takjes die in een vacuümoven tot verkoling worden gebracht. Het geeft een grijze tot diepzwarte kleur. Met een veer of kneedgum kan het materiaal uitgeveegd worden. De tekeningen moeten gefixeerd worden met spuitfixeer of haarlak.
  • Siberisch krijt: koolstof met een bindmiddel verkrijgbaar in verschillende hardheden. Het is zwarter dan houtskool en ook minder makkelijk te verwijderen. Moet ook gefixeerd worden.
  • Conté : een krijtsoort in verschillende kleuren, grijstinten, roodbruin en omber. Verkrijgbaar in vierkante stiften of in potloodvorm.
  • Kneedgum: een kneedbaar kunststof gum om houtskool of krijtsoorten te verwijderen en de tekening op te lichten.
  • Oliekrijt: anders dan pastel is oliekrijt een vettig materiaal dat niet gefixeerd hoeft te worden. De tekeningen kunnen behoorlijk pittig zijn. Het is verkrijgbaar in verschillende hardheden.
  • Inktsoorten: het aanbod van inkten is groot, inkt op waterbasis en inkten op acrylbasis, deze lossen na droging niet meer op in water. Oostindische inkt is de meest bekende soort. Voor het calligraferen kun je tegenwoordig ook inktblokken kopen van Chinese makelij.
  • Arabische gom: een in water oplosbare lijmsoort en bindmiddel dat al eeuwenlang gebruikt wordt. Verkrijgbaar in de hobbywinkel, maar ook zelf te maken met Xanthagom , een geleermiddel voor het maken van jams e.d.
  • Olieverf: pigmenten vermengd met lijnolie en was, wordt gebruikt sinds de Hoge
    Middeleeuwen. Het is nog steeds erg populair, maar het vergt nogal enige oefening om het naar behoren te gebruiken.
  • Acrylverf: temperaverf werd gemaakt met pigment en eierdooiers. Na droging was het niet meer oplosbaar in water. Voordat olieverf werd ontdekt gebruikten, met name de Italianen, Botticelli o.a., veel tempera. Tegenwoordig is het bindmiddel een kunststof op acrylaatbasis.
  • Gelly-plate: gelatineblaadjes of poeder, kokend water en alcohol gebruik je om een plaat te maken waarmee je een monotype kunt maken. Een monotype is een eenmalige afdruk met acryl of drukinkt. In plaats van een gelplaat kun je ook een glasplaat gebruiken.
  • Gutsen: beiteltjes om lino- en of houtsneden te maken.
  • Burijn: een vierkant stukje gehard staal met een speciaal handvat en een snijhoek van ongeveer 30 graden. Dit wordt gebruikt om in metalen te graveren. Als de snijhoek wordt aangepast is het ook uitstekend geschikt voor het graveren in kunststof.
  • Schraap- en bruneerstaal: een driehoekig stuk staal met scherpe snijranden om metaal te schrapen. Een bruneerstaal is een hoogglans gepolijst stuk staal waarmee je metaal kunt polijsten.
  • Kwartscoat: muurverf vermengd met fijn zand, het heeft een korrelig oppervlak en is uitstekend geschikt om zwarte-kunstprenten te maken. De verf wordt uitgerold op een perspex plaatje en moet direct worden bewerkt met wat grove kwasten of schrapers. Zolang het nog nat is,is het makkelijk te hanteren, na droging kun je grof en fijn schuurpapier gebruiken. De afdruk geeft een wit/grijze voorstelling op een zwarte ondergrond.